Outbreak
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:19:00
Dit is iets anders.
Dit virus slaat snel toe, je sterft...

:19:03
Niet zo hard.
:19:06
Dat is het 'm nou juist.
:19:08
Het is in ons voordeel
dat het zo dodelijk is.

:19:12
Niemand leeft lang genoeg om het
te verspreiden. Zo bedwingen we het.

:19:17
Dat hoop ik.
:19:43
We hebben 't er niet meer over.
:19:45
Je hebt nooit gesnapt wat tijd inhoudt.
Wat voor dag is 't ?

:19:48
- Zondag.
- Wanneer zou je thuis zijn ?

:19:51
- Vrijdag.
- Nee, donderdag.

:19:53
Dat bedoelde ik.
:19:54
Wat is 't moeilijk om donderdag
en vrijdag uit elkaar te houden.

:19:58
Waarom ben ik niet gewoon
naar Atlanta gegaan ?

:20:00
Omdat je fatsoenlijk bent. Zet de tassen...
:20:02
Val dood.
:20:05
Je zou donderdag terug zijn,
dan kon ik vrijdag weg...

:20:08
nog 'n broodrooster kopen en
een dagje uitrusten.

:20:12
Nu kom ik pas om zeven uur aan...
:20:15
en heb ik nergens tijd meer voor.
:20:18
Ik kan niet eens meer uitpakken,
want ik heb 'n welkomst-borrel.

:20:24
Lewis, schuif 's op.
:20:26
Schuif op !
:20:27
- Hoor je me !
- Je maakt 'm bang.

:20:29
Lewis.
:20:33
Dat komt omdat jij 'm
op de bank laat zitten.

:20:39
Rijden maar.
:20:41
Hoe lang hou je de honden ?
:20:43
Ze gaan mee naar Atlanta.
:20:45
Ze zijn ook van mij. Ik mis ze.
:20:48
Wil jij ze ?
We moeten beslissen wie ze neemt.

:20:52
We kunnen ze niet delen.
:20:53
Beslis maar.
:20:55
Onderhandelen.
:20:56
Goed.
:20:57
Wacht even !

vorige.
volgende.