1:29:02
Wil je wat drinken?
- Niet echt.
1:29:06
Ik echt wel.
1:29:12
Ga je niet zitten?
- Ik ga zo.
1:29:16
Mag dit kleine lampje aan?
1:29:23
Straks heb ik een martini
met crème de menthe.
1:29:33
Het eethuis is afgebeld.
Wilt u de kaartjes nog?
1:29:37
Ik kan nergens naartoe.
1:29:41
Gaat u maar, Miss McCardle.
Tot morgen.
1:29:49
Wil jij het ene kaartje niet?
- Nee.
1:29:52
Je hebt vast trek.
- Niet echt.
1:29:56
Ik ben uitgehongerd. Ik dacht
dat ik het vanavond wel zou inhalen.
1:30:02
Ik heb je avond verpest.
- We eten gewoon hier.
1:30:07
Eens zien wat hier ligt. Gekonfijte
kersjes en muffe crackers, denk ik.
1:30:14
Tomatensap, gepofte rijst,
sardientjes...
1:30:17
...nog meer tomatensap.
1:30:20
Wel veel tomatensap.
1:30:22
Kun jij er iets lekkers van maken?
- Vast, ik heb een diploma.
1:30:28
Dat zul je nodig hebben.
1:30:40
Ik wou er zeker van zijn
dat ik niet uit kon.
1:30:45
En nu ga ik voorje koken.
Een schort was beter geweest.
1:30:50
Dan krijg jij een schort.
1:30:54
Potten, pannen, blikopener, fornuis.
1:30:58
Van alle gemakken voorzien.