:02:01
- Je moet ze helpen.
- Dat spreekt vanzelf.
:02:07
Ik wil dat je dat belooft.
:02:12
Ik beloof 't. Vader.
Ik beloof 't.
:02:18
Helpen ? Hoe bedoel je ?
:02:21
Ik wil ze 3000 pond geven.
De rente levert ze extra inkomen op.
:02:28
- Zo doe ik mijn belofte gestand.
- Zeker. Je bent zelfs erg royaal.
:02:35
In dergelijke situaties
doe ik liever te veel dan te weinig.
:02:41
Maar mijn vader heeft nooit
een bedrag genoemd.
:02:47
1500 pond dan ?
:02:50
Welke broer doet zoiets voor z'n
zuster. Laat staan halfzusters ?
:02:56
- Meer mogen ze niet verwachten.
- Maar wat kunnen we missen ?
:03:05
Als ik hun moeder 100 per jaar geef,
ben ik niet 1500 pond ineens kwijt.
:03:11
Maar als ze over 15 jaar nog leeft,
zitten we er nog steeds aan vast.
:03:17
Mensen die je 'n jaargeld geeft,
worden altijd honderd.
:03:23
Als ik ze af en toe 20 pond toestop,
kom ik m'n belofte ook na, ja.
:03:28
Je vader bedoelde vast niet
dat je ze geld moest geven.
:03:34
- Ze krijgen al 500 pond per jaar.
- Wat willen ze dan nog meer ?
:03:39
Geen huishouding, geen koets,
geen paarden, een paar bedienden...
:03:45
Wat 'n luxe.
:03:48
Straks zijn ze rijk genoeg
om jou wat geld te geven.