While You Were Sleeping
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:12:03
Oma ?
- Is alles goed met 'r ?

:12:05
Hartkwaaltje.
Ze heeft al drie aanvallen gehad.

:12:08
Het was mee reen hartritmestoornis.
:12:12
Haar oren zijn goed.
- Dokter, wat doet zij hier ?

:12:16
Ze heeft hem het leven gered.
- Heb jij hem gered ?

:12:21
Ja, maar...
- Hij is toch van een perron geduwd ?

:12:25
Ze is op de rails gesprongen.
- Op de rails gesprongen ?

:12:29
Hier mag alleen familie komen.
:12:32
Ze is familie.
- Ze is zijn verloofde, idioot.

:12:35
Het spijt me. -We zien hem
zelden, dus we wisten het niet.

:12:42
Ik hoopte zo dat hij
een lief meisje zou vinden.

:12:45
Ik ben zo blij
dat hij jou heeft gevonden.

:13:00
Waarom zei je dat ? -Wat ?
- Ik ben z'n verloofde niet.

:13:03
Dat zei je ?
- Ik heb hem nog nooit gesproken.

:13:06
Maar beneden zei je
dat je met hem zou trouwen.

:13:10
Ik praatte in mezelf.
:13:12
Zeg de volgende keer tegen jezelf
dat je vrijgezel bent. Punt uit.

:13:17
Wat moet ik doen ?
- Geen idee.

:13:20
Ze hield me zo stevig vast,
ik kon het niet zeggen.

:13:24
Ik weet het.
:13:26
Is er hier een apotheek ?
- Wat wilt u ?

:13:29
Elsie, heeft nitroglycerine nodig.
:13:31
Voor haar hartklacht ?
- Hartklacht ? Hartklachten.

:13:36
Weet je, jij hebt haar het leven
gered. Je hebt de hele familie gered.

:13:44
Loopt u maar even mee.

vorige.
volgende.