While You Were Sleeping
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:46:04
Kijk nou, nu kan ik niet meer weg.
:46:09
Ik zei toch dat je niet zo dicht
op die ander moest gaan staan.

:46:14
Kijk eens naar hun meters.
Hoe laat moeten ze terug zijn ?

:46:15
Het is zes uur. Ze kunnen hier
wel de hele nacht blijven staan.

:46:20
De hele nacht ?
:46:21
Prettige avond.
- Laat je me hier alleen ?

:46:27
Ik denk het wel, ja.
- Ik breng je wel thuis.

:46:30
Waarom ?
- Ter bescherming.

:46:33
Dat hoeft echt niet.
- Ik wil hier niet alleen blijven.

:46:37
We zijn in Chicago, hoor.
:46:48
Het lijkt wel of je het koud hebt.
:46:50
Alsof je het koud hebt.
- Ik heb het ook koud.

:46:54
En jij ? -Dit is de warme
kant van mijn jas. -Ja, ja.

:47:00
Je moet een betere jas hebben.
:47:02
Deze is van m'n vader.
- Dan zal hij het wel koud hebben.

:47:06
M'n vader is dood.
:47:08
Sorry.
- Daar kan jij niets aan doen.

:47:11
Hij is vorig jaar overleden.
:47:13
En m'n moeder herinner ik
me niet eens.

:47:16
Hoe was hij ?
:47:18
Net als ik.
Donker haar, platte boezem.

:47:23
Wat herinner je je het meest van hem ?
- Bedoel je dat ?

:47:29
Hij hield van wegenkaarten.
- M'n auto ligt er vol mee.

:47:34
Als hij een plaats hoorde,
pakte hij de atlas...

:47:37
en dan zocht hij op waar het lag
en hoe je er kon komen.

:47:42
Waar zou jij heel graag heen...
:47:44
Florence.
- Italiƫ

:47:47
Ik heb er nog nooit meubels afgeleverd
maar het moet er mooi zijn.

:47:50
Ik neem aan dat je er nog
nooit bent geweest ?

:47:52
De metro komt niet helemaal
in Florence.

:47:58
Maar wat ik wel bij me heb...

vorige.
volgende.