While You Were Sleeping
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:51:09
Je moet kiezen, hij of ik.
:51:11
Hij.
:51:16
Je hoeft niet meteen antwoord
te geven hoor.

:51:41
Ik ga vreemd.
Ik vind Jack leuk.

:51:44
Wie is Jack ?
- De broer van Peter.

:51:46
Nou en ?
- Hij denkt dat ik verloofd ben.

:51:48
Met wie ?
- Met Peter.

:51:52
Ik heb hier echt geen tijd voor.
:51:54
Zeg wat ik moet doen.
:51:58
Vertel de waarheid.
- Dan wil Jack nooit meer met me praten

:52:03
En Ox en Midge en Mary en Saul...
:52:07
Wie is Saul ?
:52:09
De buurman.
:52:11
Maar die weet het al.
:52:13
Je hoort bij een familie of niet.
Je kan je niet aanmelden als bij de marine.

:52:20
Zeg me wat ik moet doen.
:52:22
Trek de stekker eruit.
:52:24
Je bent gek.
- Ik ben gek ?

:52:27
Jij bedriegt een kasplantje.
:52:31
Vast geen lekkere kaarten.
:52:35
Pak je soms ?
Niet ?

:52:40
Hij gaat mee met een paar.
:52:43
Heel indrukwekkend en gedurfd.
:52:47
Full house.
Jij hebt geen geluk in het spel.

:52:54
Maar gelukkig in de liefde.
:52:59
Weet je nog dat ik in de vijfde of
zesde klas heel goed in poker was...


vorige.
volgende.