While You Were Sleeping
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:52:03
En Ox en Midge en Mary en Saul...
:52:07
Wie is Saul ?
:52:09
De buurman.
:52:11
Maar die weet het al.
:52:13
Je hoort bij een familie of niet.
Je kan je niet aanmelden als bij de marine.

:52:20
Zeg me wat ik moet doen.
:52:22
Trek de stekker eruit.
:52:24
Je bent gek.
- Ik ben gek ?

:52:27
Jij bedriegt een kasplantje.
:52:31
Vast geen lekkere kaarten.
:52:35
Pak je soms ?
Niet ?

:52:40
Hij gaat mee met een paar.
:52:43
Heel indrukwekkend en gedurfd.
:52:47
Full house.
Jij hebt geen geluk in het spel.

:52:54
Maar gelukkig in de liefde.
:52:59
Weet je nog dat ik in de vijfde of
zesde klas heel goed in poker was...

:53:06
en dat ik thuiskwam
met heel veel geld.

:53:09
Ik moest toen heel regelmatig
bij het schoolhoofd komen.

:53:12
Hij zei altijd: Waarom lijk je
niet meer op je broer Peter ?

:53:21
En dat vond ik prima.
:53:24
Ik vond het prima,
want ik was trots op je.

:53:27
Ik was nooit jaloers op jou.
:53:36
Tot nu.
:53:42
Ik deel wel.
De hoogste kaart krijgt Lucy.

:53:54
Beste van drie keer.
:53:57
Weten peter en jij al waar
de huwelijksreis naartoe gaat ?


vorige.
volgende.