While You Were Sleeping
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:00:00
Wie was Jack ook alweer ?
- Peter's broer.

1:00:02
Peter ligt toch in coma.
1:00:05
Waarom ben je dan met Jack ?
- Hij is met me meegelopen.

1:00:08
Dus Jack is je verloofde ?
- Nee, Peter.

1:00:11
Maar die kent je niet eens.
- Dat weet ik.

1:00:13
Dus Jack is Peter ?
1:00:17
Hier kan je je voor
laten behandelen.

1:00:22
Daar zit drank in.
1:00:24
Goddank.
- Je moet het niet drinken.

1:00:28
Waarom niet ?
- Dat is niet goed voor de baby.

1:00:32
Wacht nou even.
1:00:35
De avond was niet echt geslaagd.
1:00:39
Ligt dat soms aan mij ?
1:00:42
Nee. kan je wat langzamer lopen ?
1:00:46
Het was een misverstand en dan dat
gedoe met Joe junior... -Pardon ?

1:00:53
Laat maar.
- Nee, welk gedoe met Joe junior ?

1:00:59
Dat tegen elkaar aan staan.
- Wat ?

1:01:03
Wat bedoel je daarmee ?
1:01:07
Omdat hij me bloemen gaf ?
- En toen ging je tegen hem aan staan.

1:01:10
En toen stond ik tegen hem aan.
1:01:13
Hoe deed ik dat dan ?
- Het is anders dan een omhelzing.

1:01:17
Bij omhelzen gaat het
om je armen en je handen.

1:01:21
Tegen iemand aan staan
doe je met je hele lijf zoals dit.

1:01:26
Dan gaat het om begeren
en verlangen.

1:01:33
Tegen iemand aan staan...
1:01:37
Luce, valt die vent je soms lastig ?
1:01:45
Weet je het zeker ? Wan het is
net of hij tegen je aan staat.

1:01:51
Dank je. Zie je ?
1:01:54
Ik ben hier als je me nodig hebt.
1:01:57
Goed hartelijk dank.
1:01:59
Ik kan karate.

vorige.
volgende.