While You Were Sleeping
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:06:03
Hij is bijgekomen, hé ?
1:06:06
Ik ben zo blij dat je er bent.
- Dokter, hij is weer bij.

1:06:10
Kom mee.
1:06:14
Laat mij maar. Ik ben zo'n goede,
oude vriend, mij vermoorden ze niet.

1:06:19
Ik regel het nu. Kom maar.
Ik sta achter je.

1:06:26
Hoe voel je je, maatje ?
- Geen idee.

1:06:30
Herinner je je haar ?
1:06:36
Moet dat dan ?
- Kijk eens heel goed.

1:06:42
Ze komt me vaag bekend voor.
Hoezo ?

1:06:45
Het komt al terug
- Dat geloof ik ook.

1:06:47
Wat komt er terug ? Zeg het dan.
1:06:50
Je hebt geheugenverlies.
- O ja ?

1:06:53
Peter, je bent verloofd.
1:06:56
Met wie ?
- Met Lucy.

1:06:58
Wie is Lucy ?
- Je weet het niet meer, hé ?

1:07:03
Ik heb gelatinepudding voor je.
- Hou ik van gelatine ?

1:07:06
Dat was genoeg opwinding voor vanavond.
1:07:09
We gaan naar huis.
- Zet hem op.

1:07:12
Welterusten schat.
- Dag mam.

1:07:15
Fijn om je weer te zien.
1:07:17
Hij ziet er goed uit.
- Het komt wel goed.

1:07:22
we komen terug...
- Jack, jij ook. Kom mee.

1:07:27
Waar zat je nou ?
- Mag ik niet naar de wc ?

1:07:30
Ik zal het ze zeggen.
- Bij m'n gouden bruiloft ?

1:07:35
Ik zal het ze zeggen.
- Dat is je geraden ook.


vorige.
volgende.