:15:04
Heb je haar gezien? Ze hongert
zichzelf uit. Dit gaat niet goed.
:15:09
We hebben modellen nodig.
:15:11
Die zijn mooi, rijk en ze zijn vaak
van huis. Hun vriendjes zitten goed.
:15:18
Mijn volgende vriendin
is een model van 1 meter 80.
:15:22
Zeker weten.
:15:25
Zo'n lange meid.
:15:26
Een model.
- Heerlijke meiden.
:15:43
Dat doe je niet zo vaak, hè?
:15:48
Waarom denk je dat?
- Je hebt niet de juiste techniek.
:15:52
Je woont in de stad of in het zuiden.
- In de stad.
:16:00
Ben je hier opgegroeid?
:16:04
Je komt niet vaak meer thuis.
:16:08
Is je moeder overleden?
- Werk je bij de politie of zo?
:16:17
Ja, m'n moeder is overleden.
:16:22
Ik wist het. Je vader is erg triest...
:16:25
en je broer mist dat vrouwelijke
dat een moeder kan geven.
:16:29
Het is een eenzaam huis.
:16:36
Hoe heet je?
:16:38
Marty.
- Van Martha?
:16:40
Gewoon Marty.
Naar m'n overleden opa Martin.
:16:44
Ik ben een meisje dat Marty heet. Daar
zit ik de rest van m'n leven aan vast.
:16:52
Hoe oud ben je?
- Dertien.
:16:55
Maar m'n geest is ouder.
:16:57
Waarom ben je teruggekomen?