:18:01
Maar ik raak opgewonden
en dan wil ik maar een ding.
:18:05
En dat kan niet en dan word ik gek.
:18:09
We kunnen toch ook
andere dingen doen ?
:18:18
Wat is het probleem dan ?
:18:22
Ik wil dat...
Ik kan het niet.
:18:26
Ik wil gewoon dat het voor jou en mij...
:18:30
We moeten er allebei aan toe zijn.
:18:35
Dit is een belangrijk iets.
:18:39
Het is voor mij niet zomaar iets.
:18:44
En voor jou ook niet.
:18:48
Ik wil wachten tot de tijd rijp is.
:18:52
Ik heb nu te veel aan mijn hoofd.
Ik kan niet...
:18:57
Ik wil wachten tot ik alles op orde heb.
:19:04
Het gaat dus om financiën
Gaat het om geld ?
:19:11
Nee, het gaat niet om geld.
Dat is het probleem niet.
:19:18
Ik werk heel hard
om iets op te bouwen...
:19:22
en ik word gek van mijn broer.
:19:24
Wat ik bedoel, is...
Ja, het gaat wel om geld.
:19:30
Je weet natuurlijk niks van geld.
- Ik werk bij een bank.
:19:35
Wat zei je ?
:19:39
Ik weet echt wel iets van geld.
:19:47
Ik wil gewoon wachten
tot de tijd rijp is.
:19:52
Ik wil wachten op 't juiste moment.
Voor jou. En dat is het nu niet.