:19:04
Het gaat dus om financiën
Gaat het om geld ?
:19:11
Nee, het gaat niet om geld.
Dat is het probleem niet.
:19:18
Ik werk heel hard
om iets op te bouwen...
:19:22
en ik word gek van mijn broer.
:19:24
Wat ik bedoel, is...
Ja, het gaat wel om geld.
:19:30
Je weet natuurlijk niks van geld.
- Ik werk bij een bank.
:19:35
Wat zei je ?
:19:39
Ik weet echt wel iets van geld.
:19:47
Ik wil gewoon wachten
tot de tijd rijp is.
:19:52
Ik wil wachten op 't juiste moment.
Voor jou. En dat is het nu niet.
:20:04
Begrijp je wat ik bedoel ?
:20:14
Volgens mij weet je niet
wat je wilt.
:20:21
Wat bedoel je ?
:20:33
Wat wil jij dan ?
Weet jij precies wat je wilt ?
:20:38
Wil je dat ik je ten huwelijk vraag ?
:20:40
Is dat een aanzoek ?
- Nee.
:20:44
Wil je met me trouwen ?
:20:48
Of ik met je wil trouwen ?
:20:52
Ja, ik denk 't wel. In de toekomst
wil ik wel met je trouwen.
:20:57
Maar nu nog niet.
Het spijt me.