1:10:03
Bloedt hij ?
- Z'n rug is kapot.
1:10:05
Alsof hij is neergestoken.
- Ik wil 'm omdraaien.
1:10:09
Hou z'n hoofd vast. Ik tel tot drie.
Twee, drie.
1:10:19
Jezus Christus.
1:10:22
Ze rotzooien met gezond ruggenmerg.
Ze sneden...
1:10:26
Hou 'm vast.
- Wat heeft hij ?
1:10:29
Hoever is 't naar de straat ?
Hij moet naar 't ziekenhuis.
1:10:33
Wij zorgen voor 'm.
- Als hij geen infuus krijgt...
1:10:37
... sterft hij.
1:11:08
Leg dat lichaam neer en doe je handen
omhoog, zodat ik ze kan zien.
1:11:19
Zet die brancard neer.
1:11:23
Ik ben agent Hare van de FBI.
1:11:26
Dit is rechercheur Burke van de politie.
1:11:30
Handen omhoog.
Loop langzaam naar voren.
1:11:33
Deze man is ziek
en moet naar het ziekenhuis.
1:11:37
Heb je me niet gehoord ?
- Jawel, jawel.
1:11:42
Wat moet de FBI hier ?
- We werken aan 'n ontvoering.
1:11:46
Heeft u daar verder nog iemand gezien ?
1:11:50
Nee, niemand. Wij zijn de enigen.
1:11:54
Kunt u via uw radio geen hulp inroepen ?
1:11:58
De radio doet 't hier niet.
- Opschieten, dokter.