Jack
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:25:33
Mr. Woodruff.
- Hé, jongens. Hoe is 't ?

1:25:41
Hoe ziet de hut eruit ?
- Net mijn kamer.

1:25:45
We kijken of we Jack zien.
1:25:48
Jack is nog te moe.
Ik zeg wel dat jullie er waren.

1:25:53
Kom 's hier.
1:25:56
Ik zal 't doorgeven.
1:25:58
Dag Mr. Woodruff, Mrs. Powell.
1:26:02
Fijn dat u er bent.
1:26:06
Hij zit al twee weken boven.
Praat u 's met hem.

1:26:11
Hij is in de war.
1:26:13
Hij weet opeens
hoe kwetsbaar hij is.

1:26:19
Misschien ben ik niet
de oplossing.

1:26:21
Misschien is school beter.
1:26:23
Nee, daardoor is dit juist gekomen.
1:26:27
Het is te gevaarlijk.
1:26:31
Jack, Mr. Woodruff is er.
1:26:44
Mr. Woodruff is er.

vorige.
volgende.