Jack
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:26:02
Fijn dat u er bent.
1:26:06
Hij zit al twee weken boven.
Praat u 's met hem.

1:26:11
Hij is in de war.
1:26:13
Hij weet opeens
hoe kwetsbaar hij is.

1:26:19
Misschien ben ik niet
de oplossing.

1:26:21
Misschien is school beter.
1:26:23
Nee, daardoor is dit juist gekomen.
1:26:27
Het is te gevaarlijk.
1:26:31
Jack, Mr. Woodruff is er.
1:26:44
Mr. Woodruff is er.
1:27:06
Waarom wil je geen les meer van me ?
1:27:11
Ik doe er toch nooit iets mee.
1:27:16
Daarom doe ik 't niet. Ik wil
dat je interessante dingen leert.

1:27:23
't Hoeft niet meer.
1:27:33
Is hij ziek ?
1:27:35
Volgens mij niet.
1:27:37
Wat heeft ie dan ?
- Wat heeft ie ?

1:27:40
Hij wordt oud.
- Komt ie nog terug ?

1:27:44
Ik wou 't maar.
1:27:47
Ik wou 't ook.
- Ik ook.

1:27:49
Ja, wie niet ?

vorige.
volgende.