:42:02
U was de oorzaak
en de verwezenlijking.
:42:04
Uw schoonheid was de oorzaak
van die verwezenlijking.
:42:11
Uw schoonheid...
:42:14
die mij tergde in mijn slaap...
:42:18
zodat ik dood en verderf zou zaaien...
:42:22
om één uur aan uw bekoorlijke
boezem te mogen liggen.
:42:30
Laat uw lippen niet
met minachting spreken.
:42:34
Zij zijn gemaakt om te kussen...
:42:39
niet voor verachting.
:42:54
Als uw wraakzuchtige hart mij
niet kan vergeven...
:42:58
pak dit dan aan.
:43:03
Ik geef u deze vlijmscherpe dolk.
:43:09
Als u die in deze eerlijke borst
wilt planten...
:43:12
en zo de ziel die u aanbidt,
wilt laten gaan...
:43:16
ontbloot ik hem opdat u
toe kunt slaan...
:43:20
en smeek ik u op mijn knieën
mij te doden.
:43:27
Aarzel niet. Ik heb koning
Hendrik gedood...
:43:31
maar uw schoonheid heeft me
ertoe aangezet.
:43:36
Haast u. Ik heb Eduard
neergestoken...
:43:39
maar uw hemelse gelaat heeft
me ertoe gedreven.
:43:54
Neem de dolk weer in uw hand
of neem mij.
:43:58
Al verlang ik uw dood,
ik weiger u zelf te doden.