Phenomenon
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:51:04
Je gezicht is als 'n gedicht.
:51:08
Dat is een mooie.
:51:14
Kan je volgende week beginnen?
-Dat is logisch.

:51:20
En in je ogen zie ik de hemel.
:51:23
Mooie taal, hè?
-Is dat het?

:51:26
Oefen daar maar op.
-Misschien ben ik er wel goed in.

:51:44
Nee. Laat maar, het went wel.
:51:49
Wij laten hen met rust, en zij ons.
Goed geregeld. Wat lees je?

:51:56
Waar heb je dit vandaan?
-Van mij.

:52:00
Geen goed boek in bed.
-Ben je nog boos?

:52:06
Hij is leuk en hij heeft
die jongen z'n leven gered.

:52:11
Hij is grappig.
-Wij zijn al grappig genoeg.

:52:19
Nu gaan we lezen, en we praten niet
over mannen. Ik heb zorgen genoeg.

:52:26
Over jullie.
-We zijn niet klein meer.

:52:30
Je vindt George Malley veilig,
je bent bang voor coyotes.

:52:36
Dat is verkeerd-om. Hier, kijk waar
we zijn gebleven en poets je tanden.

:52:42
En je huiswerk?
-Af.

:52:49
Geloof je dit?
:52:52
Er zijn hier veel UFO-mensen
sinds George zag...

:52:56
...wat ie zag. Het wordt bekend.

vorige.
volgende.