:28:00
Val dood, klootzak.
:28:08
Wie was dat ?
- Dat vertel ik je zo wel.
:28:22
Ik haat die gasten.
:28:25
Ze weten dat hij DJ is
en dat hij dol is op zijn platen.
:28:31
Over wie heb je 't ?
Wie was die vent ?
:28:36
De cocaïnegasten.
West-Afrikanen.
:28:45
Wat is hier aan de hand ?
:28:49
Steven had 'n deal met ene Muki.
- Wat voor deal ?
:28:53
Hij verkocht coke die hij op de pof
gekocht had. Hij had geld nodig.
:29:03
We wilden naar Californië
om jou op te zoeken.
:29:08
Wie zijn wij ?
- Hij en ik.
:29:14
Ik had 't kunnen weten.
- Het spijt me.
:29:18
Waar is hij ?
- Dat weet ik niet.
:29:25
Waar is hij ?
- Dat weet ik niet.
:29:28
Denk je soms
dat dit een spelletje is ?
:29:32
Breng me naar mijn broer.
:29:34
Ik weet niet waar hij is.
- Dat weet je best.
:29:41
Het spijt me.
Ik had je niet moeten duwen.
:29:47
Ik word helemaal gek
van deze reis.
:29:52
Het is al goed. Ik ga me omkleden
en dan gaan we hem zoeken.
:29:58
Waar ?
- In clubs.