:07:00
- Wat is dit? Een helikopter of een UFO.
- Hij is verlegen.
:07:07
- Het is geen helikopter, maar 'n UFO.
- Dat dacht ik wel.
:07:11
Zie je die hier veel?
:07:14
- Hij is ziek.
- Niet waar.
:07:17
Hoe lang is hij al ziek?
Wat heb je voor ziekte?
:07:22
- Het is een soort uitslag.
- Jeukt het of bloedt het?
:07:27
Ben je wel 's duizelig
of moet je wel 's overgeven?
:07:30
De dominee zei
dat u buiten zou werken.
:07:35
Ik kwam 'm wat opvrolijken.
Je kan goed tekenen, Walter.
:07:58
Heel goed. Ga door.
:08:03
Iets hoger.
:08:06
Zo gaat het goed.
Hou 'm zo. Laat maar zakken.
:08:30
- Mijn vader wil weten wie hij is.
- Ik ga wel met hem praten.
:08:34
Nee. Laat de jongens 'm eerst
maar een beetje bang maken.