Mimic
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:47:13
Rare schoenen.
:47:53
Peter, met Remy.
:47:57
ls Susan er ook?
lk moet haar spreken.

:48:00
Hoe gaat 't?
-Goed. Het is dringend.

:48:46
Wat ben je aan 't doen?
:48:49
Wat heb je daar?
:48:51
Waar?
-ln je hand.

:48:54
Niks.
:48:57
Zijn we een test aan 't doen?
-Zou kunnen.


vorige.
volgende.