:19:00
Een, twee, een, twee, drie, vier.
:19:52
- Ik heb 'n publiek nodig.
- Nee, 'n dokter.
:19:59
Er is iets mis met dat kind.
:20:06
- Heb je overal goed rondgekeken?
- Ja.
:20:09
- Het heeft geen zin, hij is naar buiten gegaan.
- Wat?
:20:13
Ik heb hem zien weggaan.
:20:14
Daar heb je hem.
:20:18
O, Nathe!
:20:19
Nathan!
:20:21
Nathan.
:20:25
Godsamme toch.
:20:28
- Wat doe je hier, joh?
- Niets, ik ga naar huis.
:20:31
Dat is kilometers verderop, dat weet je.
:20:34
Waarom ben je weggelopen?
:20:39
Je schaamt je, hè?
:20:41
Je denkt dat je eigen vader 'n eikel is.
:20:46
We doen dit niet voor de lol, hoor.
:20:49
Ik probeer wat geld bij elkaar te krijgen
zodat jij en ik elkaar kunnen blijven zien.
:20:55
Ze willen ons tegenhouden, zie je.
:20:58
Dan kan ik het ook wel laten zitten.
Maar ik ben wel je vader.