Affliction
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:12:01
Zanik toch niet zo, man.
:12:03
Je hebt problemen,
maar die heeft iedereen. Ontspan je.

:12:08
Niet hier.
:12:10
Kom op, stap in.
We gaan een eindje rijden, man.

:12:18
Ik heb morgenvroeg een opdracht.
:12:21
Twombley en nog wat... Erwin...
:12:24
Evan. Da's een hoge vakbondsman
uit Massachusetts.

:12:27
Je boft.
:12:29
Ik moet wel garanderen dat het raak is.
:12:31
Wat ik kan.
Er zitten kanjers van herten.

:12:34
Hoe kreeg je de klus ?
- Gordon. Die heeft overal zijn netten.

:12:39
Hij wil Twombley behagen en dat kan ik.
:12:43
Wat is er met je ?
- Ik heb tandpijn.

:12:47
Je moet je onder zijn aandacht werken.
:12:50
Je onvervangbaar maken.
Die man is steenrijk.

:12:54
Zoals jij en Gordon ?
:12:57
Precies.
Die zak staat nergens zonder mij.

:13:02
Ja, hij gaat bankroet als jij opstapt.
- Precies.

:13:08
Die zak houdt zijn verstralers aan.
:13:11
Dat was mijn ex-vrouw Lillian
met haar man in die Audi.

:13:15
Audi's zijn goed.
- Wat doet ze hier ?

:13:18
Ze komt Jill halen.
:13:20
Jack, ik moet terug. Maak vaart.
Probeer er eerder te zijn dan zij.

:13:26
Kinderspel.
- Hettie, pak die joint aan.

:13:38
Lillian.
:13:43
Waar is Jill ?
:13:45
Jill en ik kregen woorden.
:13:48
Ze voelde zich eenzaam omdat...
- Waar is ze ?

:13:52
In de auto met je vrienden ?
- Nee...

:13:54
Ze wou binnen op jou wachten.
:13:59
Terwijl jij biertjes ging drinken.

vorige.
volgende.