:27:12
Er is helemaal geen kluis.
:27:16
Die is er nooit geweest.
Ik heb gelogen.
:27:23
Ik moest mezelf
tegen jou beschermen.
:27:27
Begrijp je ?
:27:35
Ik vermoed dat we elkaar
nooit meer zullen zien.
:27:41
- Nee.
- Wacht.
:27:45
Ik wil je wat vragen.
:27:50
Wat ?
:27:54
Hoe voelde het ?
:28:07
- Ik kan maar beter gaan.
- Wacht.
:28:11
Kan ik je niet overhalen te blijven ?
:28:17
Totdat ik in slaap val.
Ik word zo suf van die medicijnen.
:28:25
Alsjeblieft ?
:28:58
Heel aardig van je om je grootvader
zo te komen bezoeken.