:28:07
- Ik kan maar beter gaan.
- Wacht.
:28:11
Kan ik je niet overhalen te blijven ?
:28:17
Totdat ik in slaap val.
Ik word zo suf van die medicijnen.
:28:25
Alsjeblieft ?
:28:58
Heel aardig van je om je grootvader
zo te komen bezoeken.
:29:04
- Dank je. Hij is gewoon een vriend.
- Je bent een heel goede vriend.
:29:10
Is hij er erg aan toe ?
Hij zegt niet veel.
:29:17
- Hij mag binnenkort naar huis.
- Dat is goed nieuws.
:29:21
Aan z'n accent te horen,
zou je zeggen dat hij 'n Duitser is.
:29:25
- Uit het zuiden, denk ik.
- Ik zou het niet weten.
:29:30
Heeft hij in de oorlog gevochten ?
:29:34
- Hij heeft het er nooit over gehad.
- Ach, het doet er ook niet toe.
:29:39
De oorlog is ook al zo lang geleden.
Binnenkort hebben we een president...
:29:45
- die na de oorlog geboren is.
Wat zeg je daarvan ?
:29:52
- U hebt gelijk.
- Hij kan zich gelukkig prijzen.
:29:58
Een groot man zei ooit: