Beloved
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:54:01
Bij de brug heeft zij 't me verteld.
:54:07
Wie heeft je gebracht ?
:54:11
Ik ben komen lopen.
:54:16
Het is een lange, lange, lange weg.
:54:22
Niemand bracht me.
- Je schoenen zijn nieuw.

:54:25
Dan moeten ze toch slijten ?
- Paul D, hou op.

:54:30
Hoe kom je
aan de schoenen en de jurk ?

:54:34
Gepakt ! De jurk ook.
:54:39
Ik kreeg de veters niet vast.
:54:43
Ik leer je veters knopen.
:54:58
Beloved, gaat het wel ?
:55:03
Ik ga nu slapen.
:55:06
Ga maar met mij mee.
Ik zorg voor je.

:55:21
Wat heb jij ?
Wat zit je dwars bij haar ?

:55:25
Ik snap de band niet.
:55:27
Ze hangt aan jou,
maar waarom hang jij aan haar ?

:55:31
Wat kan jou dat schelen ?
:55:33
Denver heeft 't leuk met haar.
- Ze heeft iets vreemds.

:55:38
Ze doet alsof ze ziek is.
Maar ze snoept, ze is heel sterk.

:55:43
Welnee, ze kan amper lopen
zonder steun.

:55:47
Ze tilde de stoel op met een hand.
:55:50
Welnee.
- Denver zag 't ook, hoor.

:55:57
Sethe. Sethe, schat.

vorige.
volgende.