Jack Frost
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:07:01
Je hebt 't...
1:07:07
Alles oké, pa ?
1:07:10
- Je hebt 't J-schot onder de knie.
- Laten we naar huis gaan.

1:07:20
Kom maar.
1:07:23
- Je speelde prima.
- Tof dat ik 't J-schot nu kan.

1:07:27
Ik wil je 't zien gebruiken.
Je moet weer gaan spelen.

1:07:30
- Ik vind van niet.
- Ik wel. Je laat iedereen stikken.

1:07:35
- Wacht 's even...
- Nee, nu over je schoolprestaties.

1:07:40
Ik heb je rapport gezien.
Je moet harder werken.

1:07:43
Krijg ik nú een preek van je ?
1:07:48
Zie je wel ? Het is best eng.
1:07:53
Hoe moet die sneeuwman zich voelen ?
1:07:55
- Ik maak me zorgen om je moeder.
- Hoezo ?

1:07:58
- Hoeveel lampjes hangen er ?
- Niet veel.

1:08:02
- Bijna niet één.
- Waarom zeg je dat tegen mij ?

1:08:06
Je moet je verantwoordelijkheden
onder ogen zien.

1:08:09
Je moet over je moeder waken
en het goed maken met je vrienden.

1:08:14
Ik ben pas twaalf.
Ik kan dit niet aan.

1:08:19
Goed, ik heb iets te veel
aangedrongen.

1:08:29
- Ik ga naar 't Shiverfest. Ga je mee ?
- Nee, dank je.

1:08:33
Je kunt ook met mij mee. Ik ga
kerstliedjes zingen met de buren.

1:08:52
Ze hebben 't goed gedaan dit jaar.
Mooie boom, hè ?

1:08:56
Wil je een ballon of zo ?
Ze hebben ook krakelingen.


vorige.
volgende.