:10:07
Ik ben Javert, de nieuwe inspecteur.
De prefect heeft me gestuurd.
:10:13
Ik verwachtte u al.
Ik ben kapitein Beauvals.
:10:19
- Hoe was uw reis ?
- Bekijkt u de papieren niet ?
:10:22
Dat zit wel goed.
Hebt u al gegeten ?
:10:26
Ik wil dit correct afhandelen.
:10:35
Juist.
:10:37
Alles lijkt me in orde. U bent nu
hoofd van de politie van Vigau.
:10:43
Het gaat slecht in Parijs. De
misdaad neemt toe, het is er smerig.
:10:50
- Hier is het veel beter.
- Ja, het gaat prima met Vigau.
:10:54
Wilt u de steenfabriek zien ?
Ons grootste bedrijf.
:10:58
Kom maar mee.
:11:02
- Van wie is de fabriek ?
- Van de burgemeester.
:11:07
Na 't faillissement 5 jaar geleden
kocht hij de fabriek voor 500 frank.
:11:13
Ik moet met hem kennismaken.
Laten we dat eerst doen.
:11:18
Ik krijg de indruk
dat hij een heel bijzondere man is.
:11:22
Zeker.
Maar hij is ook nogal excentriek.
:11:27
- Hoe bedoelt u ?
- Hij leeft Als een kluizenaar.
:11:31
Hij wilde geen burgemeester worden.
De priesters wilden het.
:11:36
- Niet ambitieus en toch succesvol ?
- Het is gek, maar ik mag hem graag.
:11:42
Ik mag hem graag
en ik heb met hem te doen.
:11:47
Hij is eenzaam.
We zijn er.
:11:52
- Woont hij hier ?
- Gek, hé ? Net een arbeidershuis.