:20:01
- Er komen er steeds meer.
- U liet me schrikken.
:20:05
- Vier nieuwe meisjes.
- De misdaad neemt toe.
:20:11
- Arresteren ?
- Hebt u de oude bekenden genoteerd ?
:20:15
Ja.
:20:17
- En de nieuwe meisjes ook.
- Goed zo.
:20:23
- Is het al tien uur ?
- Ik ben wat vroeger dan normaal.
:20:28
Hebt u over de redding
van Lafitte gehoord ?
:20:32
- Is hij altijd zo sterk geweest ?
- Hij is groot. Maar zo sterk...
:20:38
- Was hij Als jongen al zo sterk ?
- Toen kende ik hem niet.
:20:42
- O ja. Hij is hierheen verhuisd.
- Hij kwam uit Parijs.
:20:49
- Hij zei...
- Hebt u z'n papieren ingezien ?
:20:53
- Dat weet ik niet meer.
- Misschien hebt u het niet gedaan.
:20:58
Waarom zou u ook ?
:21:04
Wie is zij ?
:21:07
- Wie ben jij ?
- Blijf van me af.
:21:13
Ja, ja.
:21:16
Ze is nieuw.
:21:33
Wie bent u ?
Meneer de burgemeester ?
:21:40
Ik koop uw paard en uw wagen.
U kunt uw oude werk niet meer doen.
:21:47
Ik heb het Sainte Marie-klooster
geschreven. Ze zoeken een conciƫrge.
:21:54
Meneer de burgemeester...
:21:58
- Het spijt me vreselijk.
- Wat spijt u ?