Les Miserables
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:21:04
Wie is zij ?
:21:07
- Wie ben jij ?
- Blijf van me af.

:21:13
Ja, ja.
:21:16
Ze is nieuw.
:21:33
Wie bent u ?
Meneer de burgemeester ?

:21:40
Ik koop uw paard en uw wagen.
U kunt uw oude werk niet meer doen.

:21:47
Ik heb het Sainte Marie-klooster
geschreven. Ze zoeken een conciƫrge.

:21:54
Meneer de burgemeester...
:21:58
- Het spijt me vreselijk.
- Wat spijt u ?

:22:02
Ik heb u altijd...
Ik mocht u helemaal niet.

:22:09
U begon Als arbeider, net Als ik.
Maar u werd een rijk man.

:22:15
- En ik had problemen.
- Die heeft iedereen.

:22:19
Iedereen heeft af en toe hulp nodig.
Rust nu maar. Ik spreek u nog.

:22:32
'We zijn heel blij
met onze nieuwe...

:22:40
. . .C-O-N-C-l-E-R-G-E . . .'
Conciƫrge, dat staat er.

:22:47
Inspecteur Javert wil u spreken.
:22:50
Zeg hem dat hij even moet wachten.

vorige.
volgende.