:35:25
Waarom luisterde u naar haar ?
U had me niet hoeven ontslaan.
:35:30
Je kleren zijn nat.
Ik regel droge kleren voor je.
:35:36
U hoeft niet te betalen.
U verdient het.
:35:47
- Waarom bent u nu zo aardig ?
- Ik had m'n gedachten er niet bij.
:35:57
Als je met me was komen praten,
was dit nooit...
:36:03
Je moet slapen.
:36:06
- Wilt u geen kus ?
- Ik wil dat je gaat slapen.
:36:13
- Ik zorg dat je dochter komt.
- Gaat u haar halen ?
:36:17
Ik stuur ze geld om Cosette
hierheen te brengen.
:36:24
- Ze kan hier niet wonen.
- Jawel. Ze komt bij je wonen.
:36:29
En ze gaat ook naar school.
Je hoeft je geen zorgen te maken.
:36:36
- Ik ga werk voor je zoeken.
- U begrijpt het niet.
:36:40
Ik ben een hoer.
Cosette heeft geen vader.
:36:44
Ze heeft God. Hij is haar vader.
:36:48
En jij bent zijn schepping.
:36:54
In zijn ogen
ben je een onschuldige -
:36:59
- en mooie vrouw.