:04:05
Schat, ik ben thuis.
:04:09
Hallo, lieverd.
:04:11
Hoe was je dag ?
- Heerlijk.
:04:14
Volgens Mr Connel krijg ik die
promotie wellicht sneller dan ik dacht.
:04:20
Schat, dat is fantastisch.
Ik wist dat je 't in je had.
:04:25
Liefje, wat ruikt er zo lekker ?
Is dat je gehaktbrood ?
:04:29
Misschien...
- Misschien.
:04:32
Liefje, jij weet de weg naar
m'n hart maar al te goed.
:04:36
Dat was niet de afspraak.
:04:39
Jij hebt de kinderen 't eerste weekend
van de maand. Nu dus.
:04:44
Ik help je mooi niet.
Ik ga de stad uit dit weekend.
:04:48
La Costa.
:04:50
Als ik 'n modderbad wil nemen met
m'n nieuwe vriend, is dat mijn zaak.
:04:55
Waar zijn de kinderen ?
:04:57
Achter u, vader.
:04:59
Achter u, vader.
:05:02
Mama, papa,
Bud heeft een verrassing voor jullie.
:05:06
Wat dan, Bud ?
- Hoofdprijs in de wetenschapswedstrijd.
:05:10
Er waren veel goeie inzendingen.
Maar de mijne sloeg 't goedst aan.
:05:14
Dat is prachtig, maar 't 'goedst'
is geen correct taalgebruik.
:05:17
Jeetje mam,
't was toch ook geen taalwedstrijd.
:05:23
Daar gaat 't niet om.
't Gaat erom dat je ze moet zien.
:05:28
Dan zie je ze maar 'n andere keer.
:05:32
Wat moet 'n moeder toch beginnen ?
- Wat moet 'n moeder toch beginnen ?
:05:46
Wiens raam ging aan diggelen toen Bud
met z'n vaders golfclubs speelde ?
:05:52
Een makkie. Mr Jenkins.
En wat deed die voor de kost ?
:05:57
Vertegenwoordiger.
:05:59
Hoe noemden Bud en Mary Sue de kat
die ze op straat vonden ?