:48:02
	O, beminde heilige,
laat lippen doen wat handen doen.
:48:05
	Ze bidden.
:48:07
	Geef toe,
opdat geloof verandert in wanhoop.
:48:10
	Roerloos staan beelden,
zelfs als ze verhoren.
:48:15
	Jouw beurt.
:48:16
	Kom op.
:48:19
	Beweeg niet...
:48:21
	nu ik zo ben uitverkoren.
:48:28
	Nu name je lip de zonde van mij weg.
:48:32
	Nu heb ik haar, ben ik een zondares.
:48:34
	Zonde van mijn lippen ? Hoe lief gezegd.
Geef mij m'n zonde weer.
:48:39
	Ja, ja ! Niet helemaal.
:48:42
	't Is meer... Laat mij 't doen.
:48:44
	Nu heb ik haar, ben ik een zondares.
:48:47
	Zonde van mijn lippen ? Hoe lief gezegd.
Geef mij m'n zonde weer.
:48:57
	- U kust zoals het hoort.
- Nou, Will.
:48:59
	Gelukkig was jij hier.
:49:01
	- Waarom schrijf ik niet verder...
- Ja !
:49:04
	Doe verder. Nu de voedster. Waar is Ralph ?
:49:08
	Mevrouw, uw moeder wenst
met u te spreken.
:49:13
	- Wat is haar moeder ?
- Huw, vrijgezel...
:49:16
	haar moeder is de vrouw des huizes,
een goede vrouw...
:49:19
	en wijs en deugdelijk.
:49:21
	Ik heb de dochter gevoed waarmee u sprak.
:49:24
	Ik zeg u, hij die haar kan grijpen...
:49:27
	krijgt het licht.
:49:29
	Is zij een Capulet ?
:49:31
	M'n leven ben ik m'n vijand schuldig.
:49:34
	Weg. Ga heen. Het mooiste is voorbij.
:49:37
	Ja, daar vrees ik voor.
Des te groter is mijn onrust.
:49:41
	Kom dichter, voedster.
Wie is die jongeman ?
:49:44
	De zoon en erfgenaam van de oude Tiberio.
:49:48
	Laat 't nacht wezen.
:49:49
	- Wie is diegene die niet wil dansen ?
- Ik weet het niet.
:49:53
	Ga zijn naam vragen.
:49:56
	Als hij getrouwd is,
is mijn graf mijn huwelijksbed.