:46:07
Ik ben oud en ik leef niet eeuwig.
- Zeg dat nou niet.
:46:13
Als ik sterf, zal er niemand meer
zijn die voor je zorgt.
:46:20
We moeten beslissen
hoe 't verder moet met je.
:46:27
En m'n vader ?
:46:31
Alleen je moeder wist wie dat was.
:46:36
Ze heeft 't me nooit verteld.
:46:39
Misschien kan ik 'm vinden.
Dan kan hij me leren kennen.
:46:44
Zo mag je niet denken.
:46:55
Je zult het helemaal
zelf moeten doen.
:47:01
Begrijp je ?
:47:19
Ga je opfrissen.
:47:33
Het raadspelletje
met Simon was niet meer voldoende.
:47:38
Ik wilde niet meer weten wie
m'n vader was, ik móest 't weten.
:47:43
En de tijd drong.