:50:04
Het wordt ondraaglijk voor me
als jij eronderdoor gaat.
:50:21
Het gaat wel weer.
:50:37
Laat dat. Wat wil je?
-Kijk.
:50:41
O, ja. Het is 'n boot.
:50:49
Ze gaan voor anker in die baai.
-Hoe seinen we ze?
:50:54
Een fakkel zou aardig zijn.
-Hoe komen we daar?
:50:58
De berg af, de berg op,
de berg af...
:51:02
...naar de reddingsboot en
hopelijk zijn ze er morgen nog.