:15:00
Ik geef je een kans, als je nog wil.
:15:05
- Dat wil ik.
- Echt ?
:15:06
Ja.
:15:08
Oké.
:15:13
- Dank je.
- Graag gedaan.
:15:16
Maak geen ruzie
als ik honger heb.
:15:21
Hoe lang blijf je weg ?
:15:23
Tot zondagmorgen.
:15:24
Ik maak me zorgen.
:15:26
Waarover ?
:15:27
Dat we dit weekend
alleen zijn met haar.
:15:30
Wat als ze alles in de fik steekt ?
:15:31
Hou haar goed in het oog...
:15:34
... en hou de brandblusser
altijd bij de hand.
:15:37
Klaar voor de afvaart ?
:15:39
Geef hem maar een duwtje.
:15:44
Waarom kwam ze bij je wonen ?
:15:48
Omdat we van elkaar houden
en we elkaars leven willen delen.
:15:52
Je had al een leven met mama.
:15:55
Maar we konden
niet goed met elkaar opschieten.
:15:59
't Was niet fijn voor jullie
dat we altijd ruzieden.
:16:02
Ik maak altijd ruzie met Anna.
:16:05
Mag ik verhuizen ?
:16:06
Nee. Maar jullie zijn broer en zus.
:16:10
Jullie waren man en vrouw.
Betekent dat niets ?
:16:15
Toch wel.
:16:23
Als je ouder wordt,
:16:25
... worden je relaties
veel ingewikkelder.
:16:29
Je hebt
allerlei soorten gevoelens.
:16:33
En soms...
:16:36
... veranderen die gevoelens.
:16:43
Ging je verliefdheid dan over ?
:16:53
Ja.
:16:55
Ik denk het wel.
:16:59
Ik hou nog steeds van je mama.