The Horse Whisperer
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:06:12
Waar zijn de schilderijen ?
:06:15
Het kan omhoog, dan zie je ze.
- Je moet de schilderijen zien.

:06:21
Wat zijn haar prijzen ?
- Wordt nagevraagd.

:06:26
Heb je Felton gesproken ?
- Ja, het wordt 'n proces.

:06:30
Is dat echt nodig ?
Zo krijgt 't nog meer aandacht.

:06:34
Hij mag er niet met de pers over
praten en nu heeft hij me belasterd.

:06:40
Je wordt toch geen slappeling ?
- Niks mooiers dan 'n openbare ruzie.

:06:47
Die Adam...
:06:50
Jullie zouden 'n leuk stel zijn.
:06:53
Ik denk 't niet.
- Ik denk van wel. Hij is leuk.

:06:57
En die buurjongen van je ?
:07:05
Kom, we nemen 'n kortere weg.
:07:08
Het is onleesbaar.
- Vrijdag is in orde.

:07:12
Dit moet over.
:07:14
ik zei het
ik zei het

:07:18
Het is 'dat', echt waar.
- Het.

:07:21
Opnieuw.
:07:23
ik ontmoette hem op een feestje
en hij zei me hoe ik moest rijden

:07:30
hij wilde nog wat sneller
ik zei het...

:07:36
Kom op.
:07:44
Gulliver, loop door.
:07:50
Kijk uit.

vorige.
volgende.