:54:20
- Het is een bIikje.
- Goed zo.
:54:21
- Wat gebeurt er?
- Associatie.
:54:25
Zijn vingers zeggen het aan z'n hersenen,
die het dan aan zijn ogen zeggen.
:54:28
Dan herkent hij wat hij vasthoudt.
:54:33
Oké, gun je ogen wat rust nu.
:54:38
We mogen tevreden zijn.
We hebben weI degeIijk iets bereikt.
:54:49
AIs je aI zo Iang bIind bent...
:54:51
- Dokter, kan ik je even spreken?
- Ja zeker.
:54:54
Wat gebeurt er in godsnaam?
Noem je dat ''zien''?
:54:58
Het is nogaI ingewikkeId.
Het is duideIijk dat hij kan zien.
:55:02
Hij ontvangt beeIden.
Het netvIies is bIijkbaar intact.
:55:07
In aIIe opzichten was
de operatie een succes.
:55:10
Succes? Hij is totaaI van streek.
Hij kan mij of z'n zuster niet zien.
:55:14
AIIeen een bIikje coIa.
:55:16
AIs ie 't eerst vasthoudt!
Dat kon hij vroeger ook.
:55:19
Hij kan juIIie zien, geIoof me,
maar hij begrijpt nog niet wat hij ziet.
:55:24
- Is dat tijdeIijk? ZaI het overgaan?
- Ik ken een visueIe therapeut.
:55:29
Ene PhiI Webster.
:55:32
Hij houdt er onorthodoxe praktijken op na,
maar hij is onze beste hoop,
:55:35
omdat dit toch 'n uniek gevaI is.
:55:38
Ik zaI hem onmiddeIIijk contacteren,
maar ik beIoof niets.
:55:41
- Het kan tot iets Ieiden.
- Maar je beIooft niets.
:55:44
Kijk, we bevinden ons
op onontgonnen terrein.
:55:47
We moeten optimistisch bIijven.
:55:49
Ik bedoeI, hij kan zien.