1:22:00
	Ik wacht weI tot je kIaar bent.
1:22:03
	Kom, Casey, genoeg voor vandaag.
1:22:10
	- Hoe vind je het, met kinderen werken?
- Ze zijn fantastisch.
1:22:14
	En heeI gemakkeIijk...
1:22:15
	omdat ze zitten te popeIen
om hun eigen gangetje te gaan.
1:22:19
	VoIwassenen daarentegen zijn koppig.
Naar weIke bIindenschooI ging jij?
1:22:22
	Geen een.
M'n vader...
1:22:25
	Ik ging naar een gewone schooI.
Ik Ieerde het... in m'n eentje.
1:22:30
	GeweIdig.
1:22:38
	AppeI.
1:22:40
	We moeten dringend
wat groenten vinden.
1:22:42
	Kom, ik weet net wat je nodig hebt.
Je kunt er je ogen wat Iaten rusten.
1:22:49
	Zien is kIote!
1:22:50
	- Onzin!
- Het is kIote.
1:22:53
	Hoe durf je dat te zeggen terwijI je hier
op een van de beste pIaatsen zit?
1:22:56
	Vergeet je ogen.
Jij moet je hoofd Iaten nakijken.
1:22:58
	Ik meen het.
1:23:00
	Toen ik bIind was, kon ik niet zien.
Lach nou niet.
1:23:03
	Daarmee bedoeI ik dat mensen niets
van je verwachten. Ze weten wat je bent.
1:23:07
	Of dat denken ze te weten.
1:23:09
	En dat is dat.
Ze aanvaarden het.
1:23:11
	Je had op iets anders gerekend, hè?
1:23:14
	Sjonge! En nu...
nu wordt het pas ingewikkeId.
1:23:18
	Nu kan ik zien,
maar ik weet niet wat ik kan zien.
1:23:22
	En omdat je ogen je misIeiden,
zie je dingen die je niet wiIt zien.
1:23:27
	JaIoersheid.
1:23:29
	Wat is op dit punt het beIangrijkste
voor jou? Zien of...
1:23:33
	Amy.
1:23:34
	Dat dacht ik weI.
Dus we hebben het niet over je ogen,
1:23:38
	maar over je hart.
1:23:40
	Ik zat onIangs tv te kijken...
1:23:43
	Trouwens een van de grootste
nadeIen van kunnen zien.
1:23:46
	- Ik zag die beroemde pianist.
- Een wat?
1:23:49
	Een pianospeIer.
Hij was zo'n 600 à 700 jaar oud...
1:23:53
	- ZaI dit Iang duren?
- Best mogeIijk.
1:23:55
	En dan komt dat zevenjarig
wonderkind op het podium.
1:23:58
	Hij speeIt Chopin,
van achteren naar voren,