1:31:01
	Niet aIIeen met de fiets kunnen rijden,
1:31:04
	of op het speeIpIein kunnen speIen
1:31:06
	of op 'n afspraakje kunnen gaan,
1:31:11
	maar een heeI persoon te zijn,
te beminnen en bemind te worden.
1:31:19
	En jij bent de eerste bij wie ik dat voeI.
1:31:26
	Ik weet dat ik nog veeI moet Ieren,
maar ik kan zien.
1:31:33
	En ik wiI niet dat je je gewonnen geeft.
1:31:37
	Dat zaI ik nooit, VirgiI.
1:31:42
	In AtIanta besefte ik
hoezeer ik je nodig heb.
1:31:48
	En ik wiI dat je meekomt naar huis.
1:31:54
	Tot de operatie
vijf weken geIeden
1:31:56
	was VirgiI een ''taster''.
1:32:00
	Z'n woordenschat, waarnemings-
vermogen en wereIdbeeId
1:32:07
	waren gestoeld op
tactiele, non-visuele termen.
1:32:10
	Maar nu kan Virgil zien,
1:32:13
	en door zich vastberaden
op z'n doel te concentreren,
1:32:17
	heeft hij geleerd afstand, vorm,
kleur en perspectiefte begrijpen.
1:32:27
	En alhoewel hij nog
heel wat te leren heeft,
1:32:31
	is hij in alle medische opzichten
iemand die kan zien.
1:32:37
	Wat?
1:32:38
	Je wiIt toch dat ik zie, hè.
Mag ik dan niet kijken?
1:32:43
	- Jeetje!
- Wat?
1:32:44
	Wat 'n fIirt!
1:32:48
	- Wat betekent die bIik?
- WeIke bIik?
1:32:51
	Deze.
Je hebt er zoveeI.
1:32:55
	WaarschijnIijk een jaIoerse bIik.