:41:01
Waarom wil je hem 'n bankrekening geven?
Waar heeft hij geld voor nodig?
:41:06
Om dingen te betalen die anders
door meneer betaald moeten worden.
:41:10
Men trekt graag.
:41:14
Z'n eigen kar.
:41:15
Waarheen, meneer?
:41:25
Ja, Jonge Juffrouw.
:41:31
't Spijt me vreselijk.
:41:35
Geen zorgen. 't Kan gemaakt worden.
:41:50
Links.
:41:53
Ken je Frank nog, mijn vriend?
:41:55
Ja. Die volgens je zus
een lekker kontje heeft.
:42:05
Gisteravond vroeg hij me ten huwelijk.
:42:10
Men neemt aan dat dat gunstig is.
:42:13
lk heb nog geen ja gezegd.
:42:15
Er is dus twijfel.
:42:17
Nee. Frank is fantastisch.
:42:19
Hij is knap, betrouwbaar, iemand waarmee
ik mijn verdere leven kan doorbrengen.
:42:24
-lk zou kinderen met hem kunnen hebben.
-Wat is dan het probleem?
:42:29
Plank?
:42:31
-Hij is geen stijve plank.
-Die plank. Daar.
:42:37
lk heb een heel speciale vriend.
:42:45
Hij is gewoon zo lief en grappig
en steeds als ik bij hem ben...
:42:51
wil ik niet bij Frank zijn.
:42:53
Men ziet in dat dat een probleem
kan veroorzaken.
:42:58
Maar u kunt niet om het antwoord heen.