:33:04
Pas op.
:33:09
Dit is de politie.
Aan de kant met die schroothoop.
:33:13
Hup, hup.
Dit is de politie van LA.
:33:17
Ik knal je in je kont.
We hebben geweren.
:33:22
-Dit zou ik elke dag wel willen doen.
-Wat wilt u doen?
:33:30
Autorijden.
M'n vorige partner reed altijd.
:33:34
Wie was uw partner?
:33:37
-Daar wil ik het niet over hebben.
-Waarom niet?
:33:41
Ik heb een verleden.
Over sommige dingen praat je niet.
:33:46
Partners moeten communiceren.
Het is een huwelijk.
:33:49
Helemaal niet.
:33:51
-Wat dan?
-Het is als een eenmalige wip.
:33:55
Erin, eruit, bedankt agent.
:34:02
-Liggen de zaken zo?
-Zo liggen de zaken.
:34:04
We bestrijden de misdaad
en mondje dicht.
:34:08
Bent u getrouwd?
:34:10
-Vriendin?
-Het is uit.
:34:15
M'n werk kwam ertussen.
:34:23
Iemand heeft de brandkraan
omgereden.
:34:31
-Ik doe dit wel.
-Ik heb hoofdpijn.
:34:34
We hebben dienst.
:34:36
Ik heb een aspirientje nodig.
Zo groot als een ijshockeypuck.
:34:42
Kunt u even hier komen?
:34:45
Even kalm aan.
:34:54
Goedemorgen, agent.
:34:59
-Waar liggen de aspirines?
-Achterin, bij de frisdranken.