:23:03
Jullie hebben er ook een.
Wie beschuldigt jullie.
:23:24
Wil je met mij naar het meer gaan ?
:23:27
Donderdag moet ik gaan trainen.
:23:30
Vrijdag dan. We waren van plan
om wat koeien omver te duwen.
:23:35
Ik heb het druk op vrijdag.
:23:51
Geef haar je dienblad.
Je houdt de anderen op.
:23:56
Geef het haar.
- Geef maar. 't Is mijn werk.
:24:01
't Is goed. Laat maar.
:24:10
Mijn God. Er zit wat vis in je haar.
:24:14
Dan zal het wel woensdag zijn.
:24:18
Die vis is kabeljauw...
:24:21
die gedurende een week
in 'n zoutoplossing werd bewaard.
:24:27
Hij smaakt 't best met veel boter.
:24:30
Ik heb het niet druk op vrijdag.
Ik zei dat zomaar.
:24:35
Ik weet het.
- Tja...
:24:38
als je iets wilt doen, dan...
- Ja, absoluut. Zeker.
:24:44
Ik werk bij de begrafenisondernemer.
We hebben 't druk deze tijd van 't jaar.
:24:49
Het jachtseizoen.
:24:52
Ik ga vroeg weg vandaag
en ga op eenden jagen...
:24:56
Misschien kan ik je vanavond bellen ?
- Ja.