:56:00
Hij is weer op jacht naar 'n meisje.
Raad eens hoe ze heet, dokter.
:56:07
Ruby.
- Wat voor kleur is dat ?
:56:12
Ruby is geen kleur, maar 'n meisje.
- Rood.
:56:17
Waarom obsedeert die kleur je ?
:56:19
Ik ben niet geobsedeerd,
maar bezeten.
:56:23
Hij geeft me m'n dromen,
stukje bij beetje.
:56:26
Waarom ?
- Misschien is hij eenzaam.
:56:30
Misschien is hij eenzaam, dokter.
- Heb je al 'n naam voor hem ?
:56:37
Ja, hij heet Vivian.
Vivian Thompson.
:56:41
Er bestaat 'n stad onder water.
Hij is daar achtergelaten.
:56:45
Hij is naar dit ziekenhuis gebracht,
mijn kamer, en hij geeft me dromen.
:56:50
Waarom denk je dat dat is ?
Omdat hij wil ophouden.
:56:56
Hij wil dat ik 'm laat stoppen. Dat
klinkt je psychotisch in de oren.
:57:01
Jij zegt 't, niet ik.
- Doe er wat aan.
:57:05
Ik moet toestaan dat hij bezit van
me neemt, ik moet me overgeven...
:57:10
... me mee laten nemen.
:57:13
Ben ik dan psychotisch, bezeten,
heb ik waanideeën, of alle drie ?
:57:18
Als je toegeeft dat 't waanideeën
zijn, dan komen we misschien ergens.
:57:43
Wat staat daar, Ethel ?
:57:46
Het is 'n soort rijmpje.
- Ben ik dus niet gek ?
:57:52
Velen van ons zijn dat niet.
Ga nu slapen.
:57:57
Goed idee.
Alleen dan kan ik hem bereiken.