:02:01
Ik dacht dat God ging biljarten
met die neger z'n ballen.
:02:05
We waren in Chalet, snap je.
- Ik was erbij. Het was bezopen.
:02:10
J. denkt vast dat we gek zijn.
Hij kent ons nog niet zo.
:02:14
God is een rare.
- Hij kleedt je uit en rost je af.
:02:19
God zegt : Een neger zit er niet mee
als je hem afrost.
:02:24
Maar kleed hem uit en verneder hem,
en hij vergeet het nooit meer.
:02:29
Dat is iets psychologisch.
- Zo is hij.
:02:32
Wat een afgang.
- Hoeveel was die knul hem schuldig ?
:02:36
God zei tegen die vogel :
Stop met die crack.
:02:40
Maar hij blijft het spul roken.
En nou ga jij hem koud maken.
:02:45
Je moet je strepen verdienen.
:02:49
Hoe bedoel je ?
- Hoezo ? Ben je één van ons ?
:02:53
Natuurlijk.
- Wat is dan het probleem ?
:02:57
God wil weten
of z'n engelen kunnen vliegen.
:03:01
En nu komt het spannende.
:03:03
Na maanden van zwoegen
heb je eindelijk je doel bereikt.
:03:08
Je hoort er bijna bij.
Ze stellen je op de proef.
:03:12
Willen ze dat je bewijst
dat je bij de groep hoort ?
:03:16
Nee dus.
:03:18
Ze willen dat je bewijst
dat je geen agent bent.
:03:23
Wat doe je dan ?
:03:25
Niemand ?
:03:29
Eén dappere cadet.
Wat heb je bedacht, groentje ?
:03:34
Luister, rooie. De baas wil
dat jij hem koud maakt.
:03:38
Hij jat van de organisatie
en dat kan niet.
:03:42
Ik doe het niet. De baas moet
z'n probleem zelf maar oplossen.
:03:46
Zo werkt dat dus niet.
:03:49
Het probleem van de baas
is altijd jouw probleem.
:03:54
En bovendien : Als je niet bij ons
hoort, dan hoor je dus bij hen.