:30:23
Ms. Powell. Ik ben dr. Caulder.
:30:27
Ik moet tot hem doordringen.
:30:30
Ons lukte het niet.
-Ik kan het.
:30:34
In de gevangenis in Afrika.
Hij keek ons niet aan.
:30:38
Mij keek hij wel aan.
:30:40
Ja?
:30:42
Hij wou me 'n potlood geven.
:30:46
Ik heb hem op 't vliegveld gezien.
:30:49
Moeder is kapot. Ze is bij haar zus.
:30:52
Ze moest weg. En veel pillen.
:30:55
Ik verkoop 't huis. Ze wil hier weg.
:30:57
Je vader is misschien ziek.
-Ja?
:31:00
Niet in een slechte bui?
:31:03
Wil je je vader terug?
Zoals hij was?
:31:08
Zoals hij was...
:31:11
Afstandelijk?
Geobsedeerd door zijn werk?
:31:16
Geen aandacht voor ons?
:31:24
Ja, ik wil hem terug.
:31:26
Wat wil jij?
:31:28
Inzicht in de primitieve mens.
:31:31
De ongetemde mens.
-Hij is geen gek met 'n knuppel.
:31:35
Ik schrijf geen sensatieverhaal.
:31:41
Je kunt hiermee scoren, hè?
:31:43
Is dat verkeerd?
:31:55
Als hij praat,
kan ik hem misschien helpen.
:31:58
Helpen? Uit de gevangenis krijgen?