Instinct
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

:49:00
Ik dacht aan hen.
:49:03
En ik miste hen.
:49:05
Ik was op ze gesteld.
:49:07
Ik had ze zelfs nodig.
:49:17
Elke dag lieten ze me
iets dichterbij komen.

:49:21
De trage reis naar hen toe
was spannend.

:49:25
Ik voelde me bevoorrecht.
:49:27
Ik voelde me alsof ik...
:49:30
...iets terugkreeg
dat ik was kwijtgeraakt...

:49:34
...en me nu pas herinnerde.
:49:49
Opeens was het gebeurd.
:49:53
Ik stond niet meer buiten de groep.
:49:56
Voor het eerst was ik in hun midden.
:50:05
Ik sloeg geen dag over.
:50:07
Ik liep kilometers om ze te vinden.
:50:10
En bleef steeds langer bij ze...
:50:14
...voordat ik mezelf losrukte...
:50:17
...en 's avonds
naar mijn kamp terugging.


vorige.
volgende.