:19:04
Maar het lukt niet.
:19:08
Ik heb een zoon, weet je.
- Echt waar ?
:19:12
Waar is hij ?
:19:17
In de buurt.
:19:20
Ergens hier in de stad,
maar ik weet niet precies waar.
:19:27
Hij is nogal moeilijk.
:19:30
Heel erg.
:19:36
Heb je een vriendin, Phil ?
- Nee.
:19:39
Zorg dat je 'n vriendin krijgt.
:19:41
Doe goede dingen met haar.
En deel je liefde.
:19:44
Al die onzin is waar, weet je.
:19:47
Zoek een goede vrouw en koester d'r.
Waar is Linda ?
:19:52
De deur uit. Ze zei dat ze 't een en
ander moest doen. Ze is zo terug.
:19:57
Ze is een goeie meid.
:20:01
Ze is een beetje maf, maar ze
is een goeie meid, denk ik.
:20:07
Een beetje gestoord.
- Ze houdt van je.
:20:11
Misschien.
:20:16
Ze is een goeie vrouw.
- Wanneer sprak je je zoon voor 't laatst ?
:20:22
Weet ik niet.
:20:24
Tien.
:20:26
Misschien tien. Vijfjaar.
:20:38
Dat is ook zoiets dat verdwijnt.
- Je geheugen ?
:20:41
De volgorde van de tijd.
:20:45
Ik herinner me dingen, maar
niet chronologisch. Snap je ?
:20:52
Wat weet jij nou, verdomme ?
- Ik heb 't vaker gezien.
:20:56
Klootzakken als ik.
- Er is geen één klootzak zoals jij.