:26:03
Hij is in de stad.
Meer weet ik niet.
:26:06
Hoe weet jij dat?
:26:09
-Dat zei hij.
-Wanneer?
:26:11
Toen ie kwam. Hij zij dat ie
het had rechtgezet met de bende.
:26:15
Hij zei dat ie
voorgoed terug was.
:26:18
Hij was erg opgetogen.
:26:19
Vertel hem dan maar de Porter
ook terug is.
:26:22
En hij wil zijn geld terug.
:26:25
Ik kom terug wanneer die
kinderen hier niet meer rondhangen.
:26:31
Wanneer moet ik hem dit vertellen?
:26:54
Praat tegen me.
:26:55
Er is een jonge dame die jou wil spreken.
Ze heet Pearl.
:26:59
Ze heeft twee zeer slechte gewoonten.
:27:01
Op dit moment ben ik maar in een
daarvan geinteresseerd.
:27:05
Stuur haar naar boven.
:27:09
Kamer 7 18, mevrouw.
Direct rechts als je boven bent.
:27:31
Stuur haar naar boven.
:27:32
Het is Haskell.
Het spijt me dat ik je thuis bel--
:27:36
Heb geen spijt.
Je moet gewoon niet bellen.
:27:38
Ik ben gebeld door een taxichauffeur.
:27:42
-Wat is er?
-Het is die gast, Stegman.
:27:44
Klote. Wacht even.
:27:54
Op je knieƫn trut.
Ik wil voldoening.
:27:58
Ik ben aan het bellen, PearI.