:46:05
keer op keer.
:46:09
Het jongetje huilde niet.
:46:12
Hij bleef me alleen aankijken
zonder een woord te zeggen.
:46:17
Hij keek recht in mijn ogen.
:46:27
Hoe ging het verder tussen jullie?
:46:33
Daarna...
:46:35
hebben we elkaar nooit meer gesproken.
:46:39
Een jaar later verhuisde hij.
:46:45
Ik was het vergeten.
:46:49
Al die jaren heeft dat
in je onbewuste geheugen gezeten.
:46:59
Meneer Sakurai.
:47:01
Als deze zaak voorbij is,
:47:03
zal ik dat geheugen veranderen.
:47:18
Is ze hier geweest?
:47:19
Twee weken geleden.
:47:21
Ze is van adres veranderd.
:47:23
Het nieuwe is onbekend.
:47:26
Niet geregistreerd hier?
:47:28
Ze werkte parttime.
:47:30
Ze is geen vaste werknemer.
:47:33
Ze kon bijzonder goed rekenen.
:47:36
Bijzondere vaardigheden worden
benadrukt als de rede vervaagt.
:47:41
We weten dat ze in het hotel
zit met die hypnotiseur.
:47:48
Een jaar geleden is ze opgenomen.
:47:51
Wat?
:47:54
We hebben de lijst bekeken.
:47:57
Niet ernstig. Ze kon niet eten.