Snow Falling on Cedars
vorige.
weergeven.
als.
volgende.

1:03:05
Kunt u terugdenken
aan de ochtend van 8 september?

1:03:10
De morgen nadat uw man...
1:03:14
de boerderij van Jurgensen kocht.
1:03:18
Een week voor zijn dood.
1:04:04
Kwam gedaagde die dag bij u Iangs
om met uw man te spreken?

1:04:21
Da´s geen probIeem.
1:04:24
Het is een Iang verhaaI.
1:04:27
Hij wiI zeven acre kopen van OIes Iand.
1:04:29
Degene die zijn famiIie had.
1:04:32
Ken je het verhaaI
waar mijn moeder over praat?

1:04:34
Ik dacht aI dat het daar over ging.
Wat zei je hem?

1:04:37
Wat kon ik hem zeggen?
Ik moet aan mijn moeder denken.

1:04:43
Ik zei...
1:04:45
dat ik erover zou denken
en het met jou zou bespreken.

1:04:48
Is hij boos weggegaan?
1:04:52
-Geen idee. Je weet ´t niet met Jappen.
-Dat moet je niet zeggen.

1:04:57
Dat meen je niet.
JuIIie hebben samen gevist.


vorige.
volgende.